De start van Ferrari

Bijgewerkt op 31 mei 2019
9 min  leestijd
1.928
Auteur: Marieke Leijnen
De start van Ferrari

Ferrari is nog altijd een van de meest prestigieuze automerken ter wereld. Met roots in de Italiaanse race-industrie is het geen wonder dat automobilisten dankzij de temperamentvolle motoren binnen no time met hoge snelheden over de weg kunnen scheuren. Autocoureur en oprichter Enzo Ferrari, naar wie het merk is vernoemd, stond aan de basis van het succes van deze charismatische sportwagens: de start van Ferrari.

Om welke autofabrikant gaat het?

Ferrari.

Sinds?

1929.

Gestart door?

Enzo Ferrari.

Hoe kwam de oprichting van Ferrari tot stand?

Enzo Ferrari wordt in 1898 geboren in het Italiaanse Modena. Een echt goede opleiding volgt hij niet in zijn jeugd en als de Eerste Wereldoorlog uitbreekt, wordt Ferrari bij het Italiaanse leger ingezet als hoefsmid. Maar paarden zijn niet Ferrari's grote liefde. De jonge Italiaan heeft zijn hart al jaren verpand aan auto's en de opkomende technologie die daarbij komt kijken. Zijn grote droom is om later zelf auto's te maken.

Na de oorlog reist Ferrari af naar Turijn om te solliciteren bij Fiat, toentertijd een van de meest prominente autofabrikanten in Europa. De felbegeerde baan krijgt hij niet; de botte afwijzing resulteert bij Ferrari zelfs in zowel langdurige haatgevoelens als een vurige wens om Fiat het tegendeel te bewijzen. Ferrari is vastbesloten: hij moet en zal het gaan maken in de auto-industrie. Het eerste actiepunt: rondhangen in barretjes en café's waar geregeld beroemde racecoureurs een drankje komen drinken.

Hier ontmoet Ferrari Ugo Sivocci, een proefrijder voor Costruzioni Meccaniche Nazionalia (CMN). Sivocci mag Ferrarri wel en neemt hem aan als assistent. In 1919 mag de jonge Italiaan voor het eerst zelf de racebaan op. Lang blijft Ferrari overigens niet bij CMN; hij stapt al snel over naar Alfa Romeo, omdat hij daar aan de slag kan als fulltime proefrijder.

Daarnaast wordt hij ingezet voor de verkoop. Aan het begin van de jaren '20 verdeelt Ferrari zijn tijd tussen het verkopen van auto's en deze afleveren bij klanten, het kopen van auto-onderdelen, het bespioneren van aartsrivaal Fiat en het voor Alfa Romeo uitkomen in autoraces. Dat laatste doet hij zeer verdienstelijk. Zo wint Ferrari in 1923 onder meer de jaarlijkse race in Ravenna.

In 1925 gooit de dood van Antonio Ascari, Alfa Romeo's belangrijkste coureur in die tijd, roet in de coureursplannen van Ferrari. Wanneer Alfa Romeo zich uit respect voor Ascari terugtrekt uit de competitie, besluit een teleurgestelde Ferrari zich dan maar op zijn verkoopkwaliteiten te focussen. Tegen het einde van 1925 runt de ambitieuze Italiaan zijn eigen garage en showroom. Twee jaar later kruipt hij echter opnieuw achter het racestuur van een racewagen en weet dat jaar twee belangrijke circuits op zijn naam te schrijven.

In de jaren '20 en '30 gaat het financieel steeds slechter met Alfa Romeo. Uiteindelijk wordt het bedrijf overgenomen door IRI, een Italiaanse overheidsinstantie die in zwaar weer verkerende bedrijven financieel ondersteunt. Racen is er voor Alfa Romeo dan (afgezien van de Grand Prix races) dan helaas niet meer bij, tot grote teleurstelling van Ferrari.

Hij laat het er echter niet zomaar bij zitten en start – in samenwerking met investeerders Shell Oil, Bosch en bandenfabrikant Pirelli – de 'Società Anonima Scuderia Ferrari', een organisatie die zich richt op de verdere ontwikkeling en internationalisering van de racesport door het kopen, laten racen van en vervolgens verkopen van snelle wagens.

Scudeira Ferrari racet niet met auto's van eigen makelarij, maar bouwt daarvoor speciale wagens voor Alfa Romeo. Het latere Ferrari-logo van het steigerende paard, is al wel te zien op de Alfa Romeo-modellen die worden gebruikt in de races. Gedurende de jaren '30 komt Ferrari langzaam maar zeker tot de conclusie dat hij niet langer in opdracht van Alfa Romeo wil werken.

Ferrari verlaat zijn werkgever in 1939, nadat hij met Alfa Romeo is overeengekomen dat hij zijn naam de komende vier jaar niet openlijk zal verbinden aan een ander automerk dat zich bezighoudt met races. Aangezien deze periode grotendeels valt in de Tweede Wereldoorlog, waarin er voor autoraces sowieso beperkt belangstelling is, lijkt Ferrari hier weinig moeite mee te hebben.

Na de oorlog focust Ferrari zich voor het eerst op de productie van racewagens in eigen beheer. In die tijd wordt er gewerkt aan de bouw van de twaalf-cilinder motor waarmee Ferrari wereldberoemd is geworden. In 1947 is de eerste officiële 'Ferrari' een feit: de 125 S. Het bijzondere aan deze eerste sportieve modellen is dat zij zowel geschikt zijn voor het racecircuit als voor consumenten.

Ferrari's worden in die periode dan ook vaker gespot op openbare wegen. Langzaam maar zeker krijgt het merk ook steeds meer aanzien in het buitenland. Eind jaren '40 begint coureur Luigi Chinetti met het exporteren van Ferrari-wagens naar de Verenigde Staten. Rond 1960 wordt veertig procent van alle gemaakte Ferrari's geëxporteerd naar Amerika.

In 1948 komt Ferrari met een model dat een grotere doelgroep moet bedienen. Dit speciale 'nonracing' model is toegespitst op de gewone, doch welvarende man en wordt voorzien van ramen, verwarming, lederen bekleding en – ook niet onbelangrijk in de meeste klimaten – een dak. Ook de kleur kan door de klant zelf worden bepaald.

De modellen zijn stuk voor stuk handgemaakt en Ferrari bezuinigt daarbij niet op het inhuren van specialisten. Dat betekent dat geen Ferrari uit die tijd geheel identiek is aan de andere en dat verklaart deels waarom er ook toen al zo'n hoog prijskaartje aan deze wagens hangt. Ferrari zou dit arbeidsintensieve productieproces nog volhouden tot de overname van Fiat in 1969.

Met deze strategie weet Ferrari al snel een grote schare fans te vergaren. Hieronder bevinden zich veel namen uit de elite, onder wie de Belgische koning Leopold, Juan Péron en de kroonprins van Saoedi-Arabië. De zaken gaan goed voor Ferrari en in de loop van de jaren '50 opent het bedrijf vestigingen in grote steden over de hele wereld, waaronder Londen, Melbourne, Casablanca, New York en Sao Paulo.

Ondanks dat de productie van auto's voor het grote publiek op de lange termijn commercieel interessanter blijkt te zijn, ligt het hart van de oprichter van Ferrari nog altijd bij het racen. Hij investeert het grootse deel van de gemaakte winst in het sponsoren van Grand Prix- en Formule 1-races.

In de jaren '60 maakt Ferrari opnieuw furore op het Europese racecircuit. Het merk gooit hoge ogen met het 250 Testa Rossa-model, al is er wel steeds meer sprake van serieuze concurrentie, onder andere van de Amerikaan Carroll Shelby die Ferrari tijdens een race in 1964 eindelijk weet te verslaan met 'zijn' Cobra.

Guibo. Licensed under GPL via Wikimedia Commons

Eind jaren '60 maakt het Italiaanse bedrijf financieel gezien een zware periode door en er worden overnamegesprekken gevoerd met Ford, maar uiteindelijk sluit Ferrari opvallend genoeg voor elf miljoen dollar een deal met aartsrivaal Fiat, waarbij de eerste met vijftig procent van de aandelen de controle krijgt over de passagiersauto's van Ferrari.

Enzo Ferrari houdt via de andere vijftig procent van de aandelen zeggenschap over de productie van racewagens. De laatste periode van zijn leven concentreert de oprichter zich volledig op het managen van zijn raceteam; iets waar hij veel voldoening uithaalde.

Hoe veranderde dit bedrijf de markt?

Voor zover je bij auto's kunt spreken over charisma, overtreft Ferrari op dit gebied menig concurrent met gemak. Enzo Ferrari zelf mag zijn modellen dan zien als een sublieme racewagen en absoluut niet als een statussymbool voor de rijkere medemens, maar dat lijkt toch een van de voornaamste imago's te zijn die de Italiaanse autofabrikant door de jaren heen heeft opgebouwd.

Al vanaf het moment dat de eerste modellen beschikbaar worden voor consumenten, staan mensen in landen over de wereld ervoor in de rij. En omdat een met de hand geproduceerde Ferrari nu eenmaal niet de voordeligste optie is, blijft het bezitten van een Ferrari voorbehouden zowel toen als nu aan een kleine en welvarende doelgroep.

Saillant detail: Ferrari's staan in eerste instantie bekend om hun temperamentvolle motoren die snel en vaak oververhit raken. Maar juist die duizelingwekkende pk's, een oogstrelende buitenkant en vooruitstrevende binnenkant maakten dat deze wagens op veel mensen een onweerstaanbare aantrekkingskracht hebben.

De ervaring alleen al om een keer in een Ferrari te rijden zou die in een Alfa Romeo, Maserati en Jaguars – ook niet de minste merken – ruimschoots overtreffen. Of zoals een Ferrari-fan het op een forum verwoordt: "It's the one car where you don't have to prove how fast it is or what it can do, even just the badge inspires awe."

Financiering

Geld nodig?

Als startende ondernemer heb je vaak aanvullende financiering nodig. De Rabobank biedt starters mogelijkheden om een bedrijf te financieren.

Bekijk de mogelijkheden

Hoe staat Ferrari er nu voor?

Oprichter Enzo Ferrari overlijdt in augustus 1988 op negentigjarige leeftijd. Na zijn dood is heel Italië in diepe rouw. Fiat maakt echter al snel bekend dat zij de productiesnelheid in de Ferrari-fabrieken verder opschroeven en dat de handgemaakte modellen langzaam maar zeker tot het verleden zullen gaan horen.

Fiat neemt nog eens veertig procent van de overige aandelen over van - het dan bijna failliet verklaarde - Ferrari, zodat het totaal uitkomt op negentig procent (de overige tien procent blijft in het bezit van Enzo Ferrari’s zoon Piero). In 1989 gaat Ferrari onder de nieuwe naam Ferrari S.p.A.

Sinds begin 2013 is de koers van het bedrijf enigszins veranderd. Ferrari wil haar omzet verhogen door zich meer te richten op zowel het behouden als verder ontwikkelen van de exclusiviteit van haar huidige en toekomstige modellen. Dat betekent dat er op jaarbasis minder Ferrari’s zullen worden geproduceerd en dat er in plaats daarvan meer aandacht wordt besteed aan het optimaliseren van de binnen- en buitenkant van de wagens. 

In de eerste helft van 2014 rapporteerde het merk positieve cijfers. Met name in hun voornaamste afzetmarkt, de Verenigde Staten, deed Ferrari goede zaken. De omzet kwam in die periode uit op 1,6 miljard dollar (een stijging van 14,5 procent). Ook de nettowinst zat in de lift; deze kwam uit op 158,4 miljoen dollar (9,8 procent in de plus).

Inspirerende quote

Enzo Ferrari: "Ik verkoop geen auto's, ik verkoop motoren. De wagen doe ik er gratis bij, omdat die kracht door iets moet worden vastgehouden."

Videos

Een oude (maar nog steeds informatieve én vermakelijke) Top Gear-special over Ferrari:
 

Hoe wordt een Ferrari eigenlijk gemaakt?

Meer over auto van de zaak

Meer over auto van de zaak
Ondernemingsplan

Gratis ondernemingsplan voorbeelden!

Kun je wel wat hulp gebruiken bij het maken van je ondernemingsplan? Download gratis de voorbeeld ondernemingsplannen, ieder gericht op een bepaalde branche. Zo ga jij sterker van start!

Sluiten